Vertaal
Vertalingen trabajar duro ES>NL
trabajar duro (ww.) aanpoten (ww.) ; afbeulen (ww.) ; buffelen (ww.) ; een ongeluk werken (ww.) ; half dood werken (ww.) ; hard werken (ww.) ; kapotwerken (ww.) ; pezen (ww.) ; sloven (ww.) ; stevig aanpakken (ww.) ; streng behandelen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `trabajar duro`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abordar con firmeza
ES: bregar
ES: hacer trabajar con exceso
ES: hartarse
ES: matarse trabajando
ES: trajinar